Dit nieuwsbericht werd toegevoegd op 16 november 2015.

Netwerkmoment Sociale Economie - Samenwerking met resultaat

Een stevige belangstelling voor het netwerkmoment sociale economie in het Poorthuis te Peer, met deelnemers vanuit zeer verscheiden sectoren. De lokale besturen, de sociale economie, de welzijnssector in brede zin, de reguliere bedrijven...

In deze diversiteit lag precies de kern van het referaat van prof. Kenis over samenwerken. Hij stelde er het model van de organisatienetwerken voor als een instrument om complexe problemen op te nemen: Organisaties met verscheiden aard verbinden om zeer gericht en op maat een vooropgesteld doel aan te pakken.

Regierol Sociale Economie

Namens de negen Noord-Limburgse lokale besturen opende de Neerpeltse burgemeester Raf Drieskens dit jaarlijkse netwerkmoment van de sociale economie. De negen gemeenten nemen samen deze regierol op om zo de sociale economie in de regio te versterken.

De sociale economie die als opdracht heeft om tewerkstelling te creëren voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en waar mogelijk deze mensen te laten doorstromen naar het reguliere arbeidscircuit. Voorts heeft de sociale economie een taak in de invulling van maatschappelijke opdrachten voor de lokale samenleving op vlak van dienstverlening en zorg, de kringloop en groenonderhoud.

Het netwerkmoment wil vooral de kans bieden voor ontmoeting en uitwisseling van informatie en voorts is het een moment van inspiratie.

Wie is wie in de sociale economie?

Liefst veertien initiatieven die werkzaam zijn binnen het domein van het Maatwerk en de Lokale Diensteneconomie hadden er een infostand waarin zij hun werking voorstelden.

Een breed spectrum dat verrassend voor de meeste bezoekers nog heel wat onbekend potentieel in zich draagt. Dit kan ingezet worden in het kader van de sociale tewerkstelling, maar ook als schakel in de uitvoering van een breed lokaal sociaal beleid.

Ook de dienst Tewerkstelling en Opleiding van Welzijnsregio had een infostand. T&O is zelf geen actor in de sociale economie maar bundelt de arbeidsbegeleiding van de OCMW’s om als partner van VDAB mee te oriënteren richting sociale economie.

De VDAB zelf bracht het toeleidingskader in beeld dat wordt gehanteerd om werknemers in te zetten in initiatieven van collectief maatwerk en de lokale diensteneconomie. Het decreet Maatwerk bracht immers begin 2015 de vroegere Sociale Werkplaatsen en de Beschutte Werkplaatsen samen in één werkvorm.

Dit maakt dat ook de doelgroep anders wordt geformuleerd. Als regisseur van de arbeidsmarkt indiceert VDAB de werknemers die hiervoor in aanmerking komen, legt op basis hiervan hun rechten vast en bepaalt eventuele premies voor de werkgever. Er wordt zo toegeleid naar vacatures van de sociale economie bedrijven.

De bedrijven staan in voor de persoonlijke ontwikkelingsplannen van hun werknemers. Deze worden immers in de loop van hun tewerkstelling door VDAB geëvalueerd en op basis van deze evaluatie wordt beslist over verdere doorstroming richting het normale economische circuit.

Inspiratie om samen te werken

Prof. Patrick Kenis, academisch decaan van de Antwerp Management School leverde de nodige inspiratie met zijn lezing: ’Met kennis van zaken de samenwerking aangaan’.

Om complexe problemen aan te pakken zoals ondermeer het creëren van duurzame tewerkstelling, biedt een ‘organisatienetwerk’ mogelijk uitkomst. In organisatiewerken bewerkstelligen souvereine organisaties samen een resultaat dat ze afzonderlijk niet tot stand kunnen brengen.

Niet voor alles en altijd de ideale oplossing maar in een aantal situaties en mits de juiste aansturing lukt het wel. Allesbepalende voorwaarde is het vooropstellen van een concrete doelstelling die geldt als motivatie voor de deelnemende organisaties. De samenwerking moet een duidelijke meerwaarde als resultaat hebben. Meerwaarde die alleen door de gezamenlijke inzet tot stand komt.

Of het netwerk zelf de aansturing aankan, één van de organisaties de leidende rol opneemt of een externe regisseur moet worden aangesteld, hangt voor een stuk af van de omvang van het netwerk en van de complexiteit van de problematiek. Wat niet mag gebeuren is dat de regisseur ook de eigenaar van het proces wordt.

Deze presentatie van prof. Kenis gaf niet enkel een voorzet om goed na te denken over wat precies de betekenis moet zijn van de regierol van de sociale economie. In de brede context van bovenlokale samenwerking zoals Noord-Limburg die op verschillende terreinen heeft, is deze aanpak zeker het overwegen waard.

Hoeft het gezegd dat tijdens de netwerkreceptie kritisch gereflecteerd werd over de verschillende modellen en dat inspiratie werd gevonden voor nieuwe uitdagingen in de samenwerking. Met meer kennis van zaken wellicht.

Missie van het netwerkmoment, meer dan geslaagd.

Lees ook: